Time and Cosmos

 

Terug naar de Portier 

 

Een nieuw boek over de Relativiteitstheorie: 

"Time and Cosmos"

A New Cosmological Worldview

De moeilijkheidsgraad van de wiskunde in deze bijdrage aan de exacte wetenschappen ligt iets boven het middelbare school niveau. Het (Engelstalige) boek is verkrijgbaar via Amazon.nl of bij de boekhandel voor de prijs van €24,50 onder het ISBN nummer 9789493364080.

Iets over de inhoud van deze uitgave:

Het is duidelijk dat de wetenschap worstelt met het begrip zwaartekracht. Zo vanzelfsprekend als de kracht is, zo moeilijk is het te doorgronden hoe we deze kracht moeten begrijpen. Sommigen gaan in hun wanhoop zelfs zo ver te beweren dat zwaartekracht niet bestaat! Daar kunnen we kort over zijn: die gedachte moeten we ver van ons werpen. 

Wat we wel kunnen stellen, is dat de interpretatie van het verschijnsel zwaartekracht nog altijd tekortschiet. Juist op dat punt komt het boek "Time and Cosmos" met opzienbarende nieuwe inzichten.

Deze zijn het gevolg van de verdere uitwerking van de belangrijkste ideeën  die in het eerder verschenen boek "Op het Spoor van de Tijd" aan de orde kwamen. We hebben daarin betoogd dat de door Einstein ingevoerde Lorentzcontractie fysisch gezien niet houdbaar is. In het nieuwe boek hebben we heel precies de vinger gelegd op die fouten die Einstein maakte.

Het was uiteraard een geweldige prestatie van Einstein dat hij  liet zien dat de tijd vertraagd is in een bewegend stelsel. Een mooi bewijs waar niets op aan te merken is. In één moeite 'bewees' hij - alsof dit vanzelf sprak - dat de lengte  van een voorwerp in de bewegingsrichting gekrompen moest zijn. Als de ruimte als een fysische grootheid wordt beschouwd, zou dan de gehele bewegende ruimte in de bewegingsrichting gekrompen moeten zijn. 
We bewijzen dat het 'bewijs' van Einstein onjuist is. 
De Lorentzcontractie bestaat niet.

Dat heeft vergaande gevolgen. Waar Einstein bij zijn verklaring van de Ehrenfestparadox nog de gekromde ruimte/tijd te hulp moest roepen om de Lorentzcontractie te compenseren, is dat volstrekt overbodig als de Lorentzcontractie niet bestaat. 

In de verbeterde theorie moeten we er echter wel rekening mee houden dat een voorwerp vanuit het startpunt gezien op zeker tijdstip een grotere afstand heeft afgelegd in het stilstaande stelsel dan op hetzelfde moment gezien vanuit het punt van aankomst. Dit zal voor velen een raadselachtige uitkomst zijn en blijven!

In dit boek laten we zien dat de relativiteitstheorie begrijpelijker wordt als de fouten van Einstein zijn gerepareerd. Ineens ontvouwt zich een breed perspectief op het beter begrijpen van de kosmos en de bewegingen van de hemellichamen. Hierin speelt de tijd een cruciale rol. 
We laten zien dat in een versnellend stelsel de voorste klok sneller tikt dan de achterste klok. In een zwaartekrachtveld ervaart een stilstaande waarnemer de versnelling en een stelsel dat in vrije val verkeert, moeten we dan opvatten als een stelsel in rust. Daarom tikt een klok die zich dichtbij de massa bevindt die het zwaartekrachtveld voortbrengt trager dan een klok op verre afstand.

De grote vraag is wat de oorzaak is dat een massa een object tot versnelling aanzet. Dat kan worden verklaard vanuit  symmetrieoverwegingen. Een object dat zich op grote afstand van een massa bevindt, mag fysisch gezien geen andere eigenschappen bezitten dan een object dat zich vlakbij die massa bevindt. In de praktijk zal een object nabij die massa een verschil laten zien in de snelheid waarmee scheikundige reacties plaatsvinden aan de voorkant van het object en de achterkant van het object. Dit kan worden gecorrigeerd als het object een versnelling ondergaat naar de massa toe. Dit is uitsluitend mogelijk als we aannemen dat de ruimte geen fysische eigenschappen heeft. 

Gevolg: de versnelling is een natuurlijke toestand. In die toestand is er geen verschil in de tijdsnelheid of de snelheid waarmee scheikundige reacties verlopen.

Nu is het opmerkelijke dat de tijdvertraging op een directe wijze van de lichtafbuiging afhangt. De lichtafbuiging heeft weer op een directe wijze met de belemmering te maken die een (grote) massa vormt waardoor afbreuk wordt gedaan op het uitzicht naar de randen van het universum. De tijdvertraging nabij een massa blijkt gelijk te zijn aan de vermindering van het zicht op het universum door de massa. De grootte van de belemmering hangt op zijn beurt weer samen met de ruimtehoek die de Einsteinring van de massa inneemt.

Op deze wijze krijgt de zwaartekracht gestalte want de versnelling die een object inneemt, is bedoeld om de de verschillen in de tijdsnelheid tussen voorkant en achterkant van het object op te heffen. Het is dus geen kracht die voortspruit uit de massa maar een kracht die het gevolg is van zijn werking als belemmering. 
Deze totaal andere benadering, die een andere zwaartekrachtformule voortbrengt en dus ook een ander gedrag van de zwaartekracht, noem ik de belemmeringstheorie, the obstruction theory.

Een groot gevolg is dat het begrip veld voor de zwaartekracht aan herziening toe is. Een object ervaart de zwaartekracht door de momentane waarneming. Als de massa op grote afstand staat en zich snel verplaatst, dan is de zwaartekracht toch gericht op de plaats waar de massa wordt gezien en niet op de plaats waar de massa zich in werkelijkheid bevindt. Dat is een groot verschil met de theorie van Newton/Einstein. In onze theorie moeten we dus rekening houden met de voorwerpsnelheid om de zwaartekracht te berekenen.

Toepassing van deze nieuwe theorie leidt tot een mogelijke verklaring van de Donkere Materie, maar ook voor de Pioneer-Anomalie. Ook werpt het nieuw licht op het mysterieuze, stabiele bestaan van het aarde-maan stelsel.
In het boek worden vele andere voorbeelden behandeld.

Terug naar begin