|
|
Naar Inleiding
Dit blijkt echter een
lastige en tijdrovende klus te zijn en daarom beperken we ons tot het maken
van een schatting waarbij we ons er van bewust zijn dat de uitkomsten gevoelig
zijn voor de juistheid van de schatting. Definitieve berekeningen laten we
graag over aan sterrenkundigen met ervaring op dit vlak.
Optisch
Afstandsverschil De snelheid waarmee de
Oumuamua naar het zonnestelsel toe bewoog is praktisch gelijk aan de snelheid
waarmee de komeet uiteindelijk weer van het zonnestelsel vandaan beweegt.
Volgens berekeningen van de sterrenkundigen was deze basissnelheid 26,33x103 m/sec. Daarmee kan de snelheid op de afstand r
ten opzichte van de zon worden berekend met de formule Als de baansnelheid
van de komeet – als deze zich verwijdert van de
zon –
gelijk is aan v m/s en de hoek van de
bewegingsrichting met de radiële afstand r
gelijk is aan j
dan is de radiële snelheid gelijk
aan vrad
= vcosj
m/s. Zie figuur 5 aan de rechterkant. Dan is de afstand tot
de zon met het optische afstandsverschil Het verschil in
versnelling in de richting van de zon bij een afstandsverschil tot de zon van Dr meter, vinden we met
m/s2.
Met het optisch
afstandsverschil De afremming in de
bewegingsrichting wordt dan Dgcosj
m/s2 groter. De komeet wordt dus
meer afgeremd in zijn bewegingsrichting met We willen deze
uitdrukking ter verheldering graag integreren over
de afstand van het perihelium tot een willekeurig punt, maar dat is lastig
vanwege de snelheid v en de cosj die beide afhankelijk zijn van de afstand r. We benaderen daarom
dit probleem numeriek door tussen
twee opeenvolgende punten waarvan de afstand
tot de zon en de snelheid (zie Deel
IV) van de komeet bekend zijn. We gebruiken verder een geschatte,
gemiddelde waarde voor cosj
tussen de punten en we berekenen de tijdsduur
die de komeet nodig heeft om de afstand tussen de twee punten af te leggen. We kunnen nu de
'onverwachte' snelheidsafname van de komeet berekenen door de gemiddelde extra
versnelling Dg(extra)
tussen de punten, de tijdsduur en de gemiddelde waarde van cosj
tussen de punten met elkaar te vermenigvuldigen. Dat is in tabel
2 toegepast voor verschillende afstanden tot de zon.
In de tabel vinden we in kolom H de vertraging als gevolg van het optisch
afstandsverschil. Vermenigvuldigd
met de tijdsduur in kolom G
en gedeeld door sinj
omdat de komeet de afstanden scheef doorkruist, vinden we in kolom I de verminderde snelheid vergeleken met Newton
op de verschillende afstanden van de zon. In kolom J staat
de sommatie van de verminderde snelheden. Daarmee is de grootte
van het optisch afstandseffect bij
deze schatting van j
in
tabel 2 af te lezen. Bijvoorbeeld ter
hoogte van de baan van Venus is de snelheid door het optisch afstandsverschil vertraagd
met 4,2
m/sec. Bij
de berekeningen werden de volgende gegevens voor de komeet Oumuamua
gebruikt. waarmee in tabel
2 de berekeningen worden gepresenteerd.
Tabel 2 Het
snelheidsverschil tussen de Belemmeringstheorie en de theorie van Newton door
het optisch afstandsverschil. De komeet verliest snelheid. |